Centraal-India reis

Na aankomst op de luchthaven van Delhi wordt u afgehaald en naar het hotel gebracht. Hier kunt u rustig bijkomen van uw vlucht. Delhi heeft zo’n 10 miljoen inwoners en is daarmee de derde stad van het land (na Kolkata en Mumbai). Delhi bestaat uit twee delen: de oude, ommuurde stad uit de gloriedagen van keizer Shah Jahan (Old Delhi) en de moderne stad ten zuiden daarvan (New Delhi), opgericht nadat in 1911 het hoofdkwartier van de Britse onderkoning in India vanuit Calcutta hierheen werd verplaatst.

Eenmaal uitgerust wordt u opgehaald door uw riksja en gaat u samen met een gids de stad ontdekken. Old Delhi (het oude Shahjahanabad) is een wirwar van nauwe steegjes en bazaars, met als kleurrijke hoofdstraat de Chandni Chowk. Hier is op de markten en in de vele kleine winkeltjes werkelijk alles te koop. In een duizelingwekkende drukte doen hier dagelijks duizenden mensen hun boodschappen. Een korte wandeling door deze exotische wijk geeft al een goed beeld van het Indiase leven, zoals u dat later op de reis nog beter zult leren kennen. In Old Delhi vindt u daarnaast ook een aantal bezienswaardige monumenten, zoals het Rode Fort en de grootste moskee van India: de Jama Masjid. ’s Middags bezoekt u het nieuwe gedeelte van de stad. New Delhi is het weids opgezette 20ste-eeuwse stadsdeel, dat met zijn statige villa’s en koloniale overheidsgebouwen beduidend rijker aandoet. De meest opvallende bouwwerken in dit deel van Delhi zijn de India Gate (de beroemde 42 meter hoge triomfpoort), de Rashtrapati Bhawan (de residentie van de president) en de Sansad Bhawan (het parlementsgebouw). Het centrum is van oudsher het met schaduwrijke zuilengalerijen omgeven Connaught Place, een rond plein waar alle belangrijke wegen naartoe leiden.

U verlaat de hoofdstad en rijdt naar Agra. Eenmaal aangekomen bezoekt u het Agra Fort. Dit rode zandstenen fort, dat door keizer Akbar ooit als militaire vesting bedoeld was, kreeg tijdens het regime van zijn kleinzoon Shah Jahan vooral de functie van keizerlijk paleis. De twintig meter hoge vestingmuren worden omgeven door een tien meter brede gracht van een totale lengte van 2,5 kilometer. Wanneer u eenmaal de toegangspoort Amar Singh Pol door bent, belandt u in een hele andere stad, compleet met paleizen, tuinen, moskeeën en andere prachtige gebouwen. De mooiste daarvan zijn de Diwan-i-Am (de Zaal der Openbare Audiënties), de uit wit marmer opgetrokken Khas Mahal (het privé paleis van Shah Jahan), de kleine Nagina Masjid en de Musamman Burj. Vanuit zijn kamer op de bovenste verdieping van deze achthoekige toren, ving Shah Jahan een laatste glimp op van de Taj Mahal, alvorens hij in 1666 het leven liet. Het Agra Fort ligt aan de oever van de Yamuna en de keizerlijke paviljoens waren zo ontworpen dat er altijd een verkoelend briesje van over de rivier kon binnenwaaien. ’s Avonds wordt u naar de Yamuna rivier gebracht vanwaar u een prachtig uitzicht heeft op de Taj Mahal terwijl de zon onder de horizon zakt.

U staat vroeg op om de Taj Mahal bij zonsopgang te aanschouwen. Dit beroemde mausoleum - door keizer Shah Jahan uit liefde voor zijn vrouw Mumtaz gebouwd, nadat zij bij de geboorte van haar vijftiende kind gestorven was - is geheel opgetrokken uit wit marmer, dat ingelegd is met ontelbare halfedelstenen. Tussen 1631 en 1653 werkten in totaal meer dan 20.000 mensen mee aan de bouw van het monument. De Taj Mahal is één van de zeven architectonische wereldwonderen en wordt gezien als het hoogtepunt van de Moghul-architectuur. Het complex is omgeven door een prachtige tuin, waar hele families zich graag laten fotograferen met hun favoriete bouwwerk op de achtergrond.  
 
Na het ontbijt rijdt u verder naar het imposante Gwalior Fort, gelegen op een heuvel. Binnen de ommuringen vindt u het weelderige Man Mandir paleis, stammend uit de 15e-eeuw. Dit is een van de bekendste voorbeelden van de Rajput architectuur. Ook bezoekt u het Jai Vilas paleis. Dit is een goed voorbeeld van een haveli, een weelderig gedecoreerd handelshuis, zoals die veel in India gebouwd werden in de 19e eeuw. Vervolgens rijdt u door naar Orchha, gelegen op een eiland in de Betwa rivier. In de 17e- en 18e-eeuw was dit de hoofdstad van de Bundela raja’s

De hele dag kunt u de vele tempels en paleizen van Orchha bekijken. De meeste hiervan zijn goed te voet bereikbaar. Een van de hoogtepunten is de Jahangir Mahal, een groots opgezet paleis stammend uit de 16e eeuw. Behalve dit paleis zijn er nog twee paleizen, het Jahangiri Mahal en het Rai Praveen Mahal. Bezoek ook zeker enkele van de tempels, als de Ram Raja, de Lakshmi Narayan en de Chaturbhuj. Eind van de middag is het uiterst sfeervol om de zonsondergang bij de oude graftombes, de chatris, gade te slaan.

U reist in ongeveer vijf uur per prive-auto naar Khajuraho. Onderweg kunt u het leven op het Indiase platteland gadeslaan. ’s Middags bent u Khajuraho waar zich een van India’s bekendste tempelcomplexen bevindt. Niet voor niets is dit een Unesco Werelderfgoed.

De hele dag heeft u om het tempelcomplex van Khajuraho te bekijken. Het complex stamt uit de 9/10e-eeuw. De meest indrukwekkende van de 25 tempels is de Kandariya Mahadev tempel. De tempels zijn verdeeld in drie groepen; de westelijke, oostelijke en zuidelijke groep. U bezoekt vandaag de westelijke tempelgroep (Devi Mandap, Varaha  Mandap, Lakshman Tempel, KandariyaMahadev Tempel, Mahadev Shrine, Devi Jagdambi Tempel). U vindt er hindoeïstische en jaïnistische tempels. De tempel staat vooral bekend om de vele erotische sculpturen. In Khajuraho kunt u ook het Tribal Art Museum bezoeken.

’s Ochtends bezoekt u nog de oostelijke (Bramha Tempel, Javari Tempel, Vamana Tempel) en de zuidelijke (Duladeo Tempel, ChaturBhuj Tempel) tempelgroepen. Na alle tempels de hoogste tijd om eens wat van de natuur van India te zien. Vandaag rijden we naar het Bhandavgarh Nationaal Park. Het is een uur of vijf rijden naar dit park dat bekend staat als een van de mooiste van India en een van de parken met de grootste kans om tijgers te zien. Ooit was dit park het jachtterrein van de Maharadja’s, nu een natuurreservaat.

's Ochtends en ’s avonds maakt u een jeepsafari door dit park. Uiteraard gaat u op zoek naar de tijger, maar ook naar ander wild als luipaarden, herten, buffels, jakhalzen en vele soorten vogels.

U rijdt per trein naar Bhopal. Bhopal is de hoofdstad van de Indiase staat Madhya Pradesh met zo’n 1 miljoen inwoners. De stad ligt op 500 meter hoogte en wordt in tweeën gedeeld door de meren Lower Lake en Upper Lake. In het noorden van de stad bevindt zich de oude stad met moskeeën en drukke straatjes. In het nieuwe gedeelte van de stad bevinden zich de regeringsgebouwen en brede lanen en straten. Eenmaal aangekomen maakt u een stadsexcursie. U bezoekt de moskee Moti Masjid, Shaukat Mahal, Lakshmi Narayan tempel, Bharat Bhavan, Rastriya Manav Sangrahalaya, Lower Lake en Upper Lake.

Vanuit Bhopal rijdt u naar Sanchi, een vredig plaatsje op een kleine zeventig kilometer ten noordoosten van Bhopal. Het is vooral bekend om zijn oude boeddhistische bouwwerken. Hoewel Sanchi als zodanig geen directe link heeft met het leven van de Boeddha zelf, was het de legendarische keizer Ashoka - die zich tot het boeddhisme bekeerde - die hier in de derde eeuw v. Chr. de eerste stoepa's liet bouwen. De eeuwen daarna werden daar steeds meer religieuze gebouwen aan toegevoegd en al snel groeide Sanchi uit tot een van de belangrijkste boeddhistische centra van de regio. Toen later het hindoeïsme zich over India verspreidde, raakte de plaats echter in verval en ten slotte in vergetelheid. Pas aan het eind van de 18e-eeuw werd begonnen met de restauratie en reconstructie van het oude Sanchi. Tegenwoordig is Sanchi een klein en overzichtelijk plaatsje. Na aankomst kunt u op eigen gelegenheid de stoepa's en tempels gaan bekijken. De Great Stupa boven op de heuvel is de meest in het oog springende. De toegang tot het terrein van deze zestien meter hoge stoepa wordt verschaft door een viertal fijn bewerkte 'toranas' (toegangspoorten), welke tot de hoogste staaltjes van boeddhistisch kunst in heel India behoren.

Ujjain is één van de oudste en heiligste steden van het Hindoeïsme. De stad ligt aan de rechteroever van de Sipra-rivier, de plek waar eens in de twaalf jaar het geweldige Kumb Mela-festival gehouden wordt. Miljoenen gelovigen stromen dan toe voor een onderdompeling in de rivier. In de stad vind je een aantal belangrijke tempels, zoals de gerestaureerde Mahakaleshwara-tempel, waarvan alleen nog de klassieke poort - Chaubis Khanba Ghaj - authentiek is, en de Chintaman Ganesha-tempel, met in de vergaderzaal fijnzinnig besneden zuilen. De meeste tempels in Ujjain zijn vrij nieuw en mogen alleen maar door hindoes worden bezocht. Vandaar dat voor ons een bezoek aan de 'ghats' - de trappen die naar de rivier leiden – veel boeiender zal zijn, met name bij zonsondergang en -opgang. De belangrijkste is Ram Ghat, tamelijk dicht bij de Harsiddhi-tempel, de andere ghats liggen een stuk ten noorden van het centrum. Met een beetje geluk is er bij de ghats juist een ritueel aan de gang.

Vroege vogels kunnen de rituelen in het ochtendgloren meemaken bij de ghats. Daarna maakt u een boottochtje naar het Kaliadeh Palace, gelegen op een eilandje in de rivier. In dit ‘waterpaleis’, in de 15e-eeuw gebouwd door de sultans van Mandu, wordt het water van de rivier gescheiden door stenen platen. De koepel van het paleis is een goed voorbeeld van Perzische architectuur. Vervolgens vervolgt u uw weg naar Mandu, gelegen op een heuvel uitkijkend over de vlakte van de Narmada. Deze voormalige vestingplaats in deze afgelegen landelijke uithoek is werkelijk een van de juweeltjes van Madhya Pradesh en herbergt enkele van de beste voorbeelden van Afghaanse architectuur in heel India. Ooit in de zesde eeuw - onder de naam 'Mandva' - gesticht door een Rajput-prins, verwierf Mandu pas echt aanzien toen Raja Bhoj er in de tiende eeuw een geweldig fort liet bouwen. Later werd dit veroverd door de sultans van Delhi, maar toen de Afghaanse gouverneur van Malwa zich van Delhi losmaakte in 1401, stichtte hij in zijn eigen sultanaat (1401-1531), met de plaats Dhar als centrum. Na een paar jaar echter verplaatste zijn zoon Khan Hoshang de hoofdstad naar Mandu, dat omgedoopt werd tot Shadiabad, de 'Stad der Vreugde'. In deze periode beleefde Mandu een gouden tijdperk en werd de stad verrijkt met de belangrijkste monumenten, waaronder de triomfpoort Delhi Gate en de Jama Masjid.

Het gigantische heuvelfort van Mandu werd van oudsher omringd door lange muren van in totaal maar liefst 75 kilometer lengte. Sommige delen ervan zijn nog steeds in tact. Van de 12 toegangspoorten vormt de Delhi Gate in het noorden de hoofdingang. De bouwwerken binnen het fort kunnen in drie hoofdgroepen worden verdeeld: de Koninklijke Enclave, de Centrale Groep en de Rewa Kund Groep. Het beroemdste gebouw binnen de vesting is onbetwist de Jahaz Mahal, een paleis in de vorm van een schip, gelegen in de Koninklijke Enclave. Vlak ten noorden daarvan staat de Hindola Mahal, ook wel het 'zwaaiende paleis' genoemd, aangezien de naar binnen gerichte schuine bouw van de muren de indruk moet wekken dat ze zwaaien. Van de Centrale Groep is de tombe van Khan Hoshang het belangrijkste bouwwerk. De tombe is bijzonder fraai ontworpen en men zegt zelfs dat Shah Jahan zijn architect naar Mandu stuurde om deze tombe te bestuderen, ter voorbereiding op het ontwerp van de Taj Mahal. Eveneens tot de Centrale Groep behoort de Jama Masjid. Deze enorme Vrijdagsmoskee uit 1454 wordt algemeen beschouwd als het fraaiste en grootste voorbeeld van Afghaanse architectuur in India. De Rewa Kund Groep ligt vier kilometer ten zuiden van de Centrale Groep, voorbij het kunstmatige meer Sagar Talao. Het paleis van Baz Bahadur, de laatste onafhankelijke heerser van Mandu, is een opmerkelijke mengeling van Rajasthani- en Mughalstijl. Aan het uiteinde van het fort staat het paviljoen van Rupmati. De legende vertelt dat Rupmati een prachtige Hindoe-zangeres was. Baz Bahadur haalde haar over bij hem in te trekken en liet in ruil daarvoor dit romantische paviljoen voor haar bouwen. Maar helaas liep het sprookje ongelukkig af. Toen keizer Akbar later Mandu belegerde, zou het er hem met name om te doen zijn geweest de beeldschone Rupmati in handen te krijgen. Maar toen hij eenmaal het fort bestormde, vergiftigde Rupmati zich.

Het is ongeveer twee uur rijden naar het wonderbaarlijke plaatsje Maheshwar. Het plaatsje is zeer schilderachtig gelegen aan de Narmada-rivier. Maheshwar werd reeds genoemd in de Ramayana onder de oude naam Mahishmati en was tijdens de opkomst van het hindoeïsme een belangrijk cultureel en politiek centrum. Vele eeuwen later was er van die faam nauwelijks nog iets over, totdat eind achttiende eeuw het stadje weer geheel opleefde tijdens de Holkar-dynastie. Uit deze tijd stammen dan ook de meeste bezienswaardigheden: het imposante fort en prachtige tempels met overhangende balkonnetjes en fijn bewerkte doorgangen. Vanaf de vestingwallen van het fort heb je uitzicht over de Narmada, waar beneden op de ghats dagelijks mensen komen baden en de 'dhobi wallahs' druk in de weer zijn met de was.

In de vroeg ochtend steekt u met een bootje over naar het eiland en kunt u genieten van de drukte en bedrijvigheid op de ghats bij de tempels. Het rituele belgerinkel, de bloemenkransen, de zoetgeurende wierookstokjes in de kleurige altaartjes, de aanwezige 'sadhus' (heilige mannen), en de vele winkeltjes met pelgrimparafernalia in de nauwe steegjes van Omkareshwar, laten u geloven dat u in een mini-Varanasi bent aangeland. Over het eiland loopt een kilometerslange 'parikrama' (pelgrimsroute) langs de verschillende tempeltjes. Al eeuwenlang komen hindoes van heinde en verre naar dit eiland in de rivier, waar de Kaveri en de Narmada samenstromen, om eer te betonen aan Shiva in de Shri Omkar Mandhata-tempel. De zachte steen, waaruit deze grotachtige tempel gebouwd is, maakte het mogelijk zeer gedetailleerde versieringen aan te brengen. Maar de ligging van Omkareshwar alleen al maken een bezoek meer dan de moeite waard: vanaf de oevers van de Narmada ziet het eiland er betoverend uit, vooral bij zonsondergang. U kunt het eiland bereiken via een hoge voetbrug, of met een bootje vanaf de ghats beneden bij de rivier.

U reist vandaag naar Ajanta, een lange reisdag van zo'n 8 uur rijden.

Vandaag bezoekt u de hele dag de grotten van Ajanta, gelegen in de heuvels van Shahyadri en een UNESCO werelderfgoedsite. De grotten van Ajanta zijn allemaal boeddhistisch en vallen uiteen in twee groepen. De oudste groep stamt uit de 2e eeuw voor Christus en behoort tot de Hinayana stroming, de jongste groep stamt uit de 5-6e-eeuw, de Mahayana stroming. In de oudste groep vonden geen afbeeldingen van Boeddha plaats, alleen maar symbolen. In de grotten van Ajanta vindt u prachtige beelden en rotsschilderingen. De grotten zijn aan het begin van de 19e-eeuw toevallig ontdekt door een groep Britse officieren die op jacht waren naar een tijger. Let op: de grotten zijn op maandag gesloten  
 
Na uw bezoek rijdt u door naar Aurangabad waar u overnacht.

U rijdt in een uurtje naar de grotten van Ellora. De 34 grotten van Ellora zijn wereldberoemd om hun schitterende rotsarchitectuur. U vindt er zowel boeddhistische, jainistische als hindoeïstische grotten. De meest interessante grotten zijn de grotten met de nummers 2, 5, 6, 10, 11 en 16 maar ook de andere grotten zijn te bezoeken wanneer u het hele complex wilt ontdekken. Op de muren van grot 2 worden verhalen van de Verandah en Sravanti verteld. Grot 5 bestaat uit een grote hal met portieken, gangpaden en versierde zuilen. In het centrale gedeelte van de grot bevindt zich een zittende boeddha. Grot 6 bevat verschillende boeddhistische ornamenten zoals een lotus, een Mahamayri en andere kleine figuren uitgehouden in de rotsen. De beroemdste grot is grot 16, de Kailasanatha tempel. Deze tempel is in de 8e eeuw uitgehouwen uit een enorme rotswand. Let op: de grotten zijn op dinsdag gesloten

U wordt ’s ochtendsvroeg naar het treinstation gebracht waar u op de trein stapt naar Mumbai. Aan het water bij de Mumbai Harbour bevindt zich de 'Gateway of India', een opvallende triomfboog op de plek waar ooit eens de Engelsen hun eerste voet aan Indiase wal zetten. Hier staat ook het gigantische Taj Mahal Palace Hotel, het duurste hotel van India, dat met al zijn bogen een onbetwist Arabisch karakter uitstraalt. Langs de rustige en schaduwrijke avenues van Colaba vindt u prachtige koloniale panden. Onder de galerijen langs de Colaba Causeway is het daarentegen dag in dag uit een drukte van jewelste bij de eindeloze marktstalletjes die hier elke ochtend weer verrijzen op de stoepen. Door de straten van de statige wijken van Colaba, Fort en Churchgate rijden nog altijd de rode Engelse dubbeldekkers. Andere bezienswaardigheden die bezocht kunnen worden zijn o.a. de Hangende Tuinen en de Torens der Stilte op Malabar Hill, de in zee gelegen moskee van Haji Ali, de Mahalaxmi Tempel en de nabij gelegen ‘Dhobi Ghat’ (de gemeentelijke openlucht wasserij).

Vandaag maakt u een stadsexcursie door Mumbai, met 18 miljoen inwoners de grootste stad van India. Mumbai bestond ooit uit kleine vissersdorpjes maar is intussen uitgegroeid tot het commerciële centrum van India en hart van Bollywood. U bezoekt onder andere het grootste museum van India; het Prince of Wales Museum. Dit museum is gehuisvest in een prachtig gebouw en de collectie bestaat uit meer dan 50.000 items die de geschiedenis van India weerspiegelen. Rondom het museum is een tropische tuin aangelegd met palmbomen en bloemenvelden. Vervolgens bezoekt u de Gateway of India, een voormalig koloniaal monument en nu het landmark van de stad. De poort werd gebouwd 1924-1927 ter gelegenheid van het bezoek van de Engelse koning en koningin in het jaar 1911.

Afhankelijk van uw vertrektijd wordt u naar de luchthaven van Mumbai gebracht voor uw vlucht terug naar huis of de voorzetting van uw reis.